15 dingen die je leert van peuters

Van peuters kun je heel veel leren. Als je zelf een kind hebt (gehad) in die leeftijd, krijg je door hoe anders zij de wereld zien. Sommige dingen zijn misschien niet zo netjes, maar andere dingen zijn juist heel handig om te weten!

1. Het is leuk om te spelen

Hoe oud je ook bent, als je een peuter in de buurt hebt leer je weer spelen. En je ontdekt dat al die woeste spelletjes hartstikke leuk zijn. Na een tijdje doe je vrolijk mee met verstoppertje, tikkertje en glij je zelfs weer eens een keer van de glijbaan.

2. Het is prima om te relaxen

Het is prima om onderuit te zakken en een uur lang alleen maar dingen te benoemen die je ziet (‘plant’, ‘auto’, ‘fiets’…). Dat heet quality time. Je kunt dus een hele middag heerlijk relaxen en dan kun je achteraf gewoon zeggen dat je druk bezig bent geweest met de opvoeding.

3. Je kunt gerust in je blote kont lopen

Peuters doen niet aan schaamte. Ze vinden het doodnormaal om in hun blootje te lopen. Sterker nog, dat is veel fijner dan dat gedoe met kleren. En dus doet jouw peuterzoon rustig de voordeur open in zijn blootje. Het leukste is nog dat niemand dat erg vindt (behalve jij dan).

4. Alles komt vanzelf in orde

Je kunt peuters niet opjagen. Je ontdekt al snel dat dat een averechts effect heeft. Dingen leren gebeurt allemaal in een geheel eigen tempo. En dus leer jij om je daar bij neer te leggen. Alles komt vanzelf wel in orde. Ooit.

5. Een kusje maakt écht dingen beter

Als een klein kind valt en een schaafplek heeft, moet er een kusje uit. Het gekke is – dat helpt dus écht. Het kind gelooft oprecht dat jouw kusje helpt tegen de pijn en dus helpt het ook echt. Het zal niet lang duren of jouw kind gaat jou ook een kusje geven als je een ‘au’ hebt.

6. Je zegt ‘kun je zelluf’ zo’n 20x keer per dag

Is je kind zo’n 3 jaar oud? Dan betrap je jezelf erop dat je ontzettend vaak zegt ‘kun je zelluf’. Kleine kinderen vinden gewoon vaak dat ze iets niet kunnen, wat dus prima kan. En ze vinden trouwens ook dat ze dingen wel kunnen die jou nog niet zo verstandig lijken.

7. Je past omgekeerde psychologie toe

Als je je kind verbiedt om ergens aan te zitten, wordt dat natuurlijk reuze spannend. En dus doe je het omgekeerde: je doet net of je het wel prima vindt dat jouw kind aan die dure vaas van oma komt. Het gevolg is dat die hele vaas je kind niets meer kan schelen.

8. Kleine potjes…

Je ontdekt dat je kind enorme grote oren heeft. En alles ook nog eens in zijn voordeel uitlegt. Heeft je kind kaas op zijn boterham? Je hoeft het woord ‘worst’ maar te fluisteren en ineens is die kaas niet meer lekker. Zucht. Dus leg jij aan iedereen uit dat je bepaalde woorden maar beter helemaal niet kunt noemen.

9. Keihard schreeuwen is gewoon lekker

Ben je boos? Of blij? Of verdrietig? Maakt allemaal niet uit: elke emotie is een prima reden om even keihard te schreeuwen. Gewoon omdat het kan. En wat denk je? Het geeft echt een fijn gevoel om je zo te kunnen uiten. Toch jammer dat dat niet beleefd is…

10. Woede-aanvallen helpen enorm

Peuters kunnen zich gewoon ongegeneerd in een woede-aanval storten. Ze schreeuwen moord en brand, laten zich op de grond vallen, spartelen en gillen. Hoewel jij op dat moment helemaal niet zo happy bent, ben je eigenlijk stiekem ook wel jaloers. Want volwassenen mogen dat niet.

11. Je mag bedelen

Als grotere kinderen bedelen is dat slecht, maar jonge kinderen mogen dat. Dus kan je peuterdochter rustig op iemand af stappen die patat heeft en dan zó hongerig kijken dat ze een patatje krijgt. Terwijl ze net bij jou twee hele boterhammen heeft weggewerkt.

12. Je kunt gewoon tegen iedereen aan kletsen

Sommige peuters zijn verlegen. Maar de meeste peuters praten gewoon met wie ze maar willen. En het werkt ook nog, want de volwassene is zo goed niet of hij praat terug. Zo ontstaan hele leuke gesprekken die je anders zou hebben gemist.

13. Je hoeft niet subtiel te zijn

Jij moet altijd proberen om zo beleefd mogelijk te blijven. En dus zit je elke week opgescheept met die opdringerige buurvrouw die geen subtiele hints snapt. Wordt jouw dochter gevraagd door een ander meisje, waar ze liever niet mee speelt? Dan zegt ze gewoon ‘jij bent stom’. Gemeen, maar wel eerlijk.

14. Je stelt geen vragen, maar eisen

Als je peuter in de nee-fase zit, leer je al snel dat alle zinnen die beginnen met ‘kun je’, ‘wil je’ of ‘ga je’ met een keihard NEE worden beantwoord. In ruil stel je geen vragen meer, maar geef je commando’s. Dus niet ‘Ga jij onder de douche?’, maar ‘Jij gaat nu onder de douche’. Veel makkelijker.

15. Je kunt slapen wanneer je tijd hebt

Je peuter kan ongegeneerd gaan zitten gapen en prompt in slaap vallen zodra de gelegenheid zich voordoet. Goede les voor jou als moeder. Zodra jij even een gaatje ziet, doe jij ook even je ogen dicht. Moeder zijn is hard werken toch?