Heupdysplasie is een term die je steeds vaker hoort. Dat komt niet omdat het vaker voorkomt, maar vooral omdat het bekender is geworden. Wat is heupdysplasie eigenlijk? En wat kun je eraan doen? Hier vind je alles over heupdysplasie bij je baby en de gevolgen op langere termijn.
Wat is heupdysplasie?
Wat is heupdysplasie eigenlijk? Allereerst: heupdysplasie is geen ziekte! Het is een lichte afwijking in de vorming van bepaalde botten. Het menselijk bovenbeen heeft een heupkop, een opvallende ronde knobbel. Deze past perfect in de heupkom van het bekken. Daardoor zitten de bovenbenen stevig verankerd aan het bekken. De constructie heet de heup.
Bij mensen (en dieren) met heupdysplasie is de heupkom niet diep genoeg. Daardoor zit de heupkop van het bovenbeen niet helemaal goed vast. Soms merk je dat pas op oudere leeftijd, soms kan het al op jonge leeftijd problemen geven. De bovenbenen raken dan gemakkelijk uit de kom. Dat doet meestal geen pijn, maar kan later wel problemen geven.
Hoe wordt heupdysplasie ontdekt?
Je kunt heupdysplasie bij een baby doorgaans heel goed zien op een röntgenfoto of echo, waarmee de botten in beeld gebracht worden. Ongeveer 2-4% van alle baby’s wordt geboren met heupdysplasie. Dit zijn heupdysplasie symptomen bij een baby:
- Als het kindje op de buik ligt kunnen de billen wat ongelijk lijken. Dat hoeft geen teken te zijn van heupdysplasie, maar het kan wel.
- Bij het wisselen van de luier kunnen de beentjes niet altijd even goed gespreid worden. De heupen zijn minder soepel.
- Bij ernstigere vormen van heupdysplasie is het mogelijk dat de baby symptomen van heupdysplasie heeft doordat de lengte van de beentjes verschilt.
Als je kindje deze symptomen heeft, zal de arts je waarschijnlijk adviseren om een röntgenfoto of echo te laten maken. Ook dit zijn indicaties voor een kijkje bij je baby:
- Als je heupdysplasie of heupafwijkingen in je familie hebt (zowel vaderskant als moederskant).
- Als de baby in stuitligging lag tijdens de geboorte. Een stuitligging geeft wat vaker heupdysplasie omdat er meer druk op het bekken ontstaat.
- Als je kindje pas heel laat gaat kruipen of andere bewegingen met de benen gaat maken.
Behandelmethodes van heupdysplasie bij baby’s
Heupdysplasie is gelukkig goed te behandelen. 90% van de gevallen van heupdysplasie herstelt nog vanzelf voordat de baby 3 maanden oud is. Daarom worden meestal op een leeftijd van 3 maanden pas foto’s gemaakt. Dan is namelijk goed te zien of de dysplasie vanzelf is genezen. Zo niet, dan is het goed te behandelen.
- Camp-spreider (spreidbroekje). Dit is de bekendste behandelmethode. De beentjes worden opzij gehouden door een stevig spreidbroekje. Doordat de beentjes in deze houding zitten, kunnen ze niet bewegen en drukken ze goed in de heupkom. Daardoor kan de heupkom rustig dichtgroeien tot de botten goed vast zitten.
- Pavlik-bandage. Dit is een voorbehandeling die soms nodig is voordat een spreidbroekje gebruikt kan worden. Als de beentjes niet voldoende gespreid kunnen worden, worden ze eerst in een Pavlik-bandage gezet. Langzaam zullen ze dan verder kunnen spreiden tot een spreidbroekje past.
- Tractiebehandeling wordt alleen gekozen als een spreidbroekje of Pavlik-bandage niet (meer) werkt. Dat kan zijn omdat je kindje al te oud is, waardoor de botten niet meer goed kunnen groeien. Ook als een spreidbroekje te weinig effect heeft kan worden gekozen voor tractiebehandeling. Bij deze behandeling ligt je kindje op zijn rug, terwijl de beentjes opzij gespreid worden op het bed met behulp van kleine gewichten. Je kindje moet dan meestal zo’n 2-3 weken op bed liggen voordat de heupen voldoende gespreid zijn om verder te kunnen met een andere behandeling.
- Operatie is echt de laatste uitweg. Dit gebeurt alleen als je kindje echt ernstige heupdysplasie heeft.
Wat betekent heupdysplasie bij een baby op lange termijn?
Veel ouders vragen zich af wat deze heupdysplasie bij hun baby zal betekenen op de langere termijn. Daar zijn eigenlijk drie antwoorden op:
- Onbehandeld zal heupdysplasie waarschijnlijk al op middelbare leeftijd heupproblemen veroorzaken. Deze kunnen mild tot vrij ernstig zijn. Daarom is tijdige behandeling echt noodzakelijk.
- Wanneer de behandeling vroeg wordt gestart zal ruim 90% van de behandelde baby’s verder geen gevolgen meer ondervinden van de heupdysplasie.
- Bij sommige baby’s herstelt heupdysplasie niet volledig. Dit kan gevolgen hebben tijdens het latere leven. Zo kunnen de heupen minder soepel zijn of kan het heupbot sneller uit de kom raken. Ook kunnen de gewrichten sneller slijten (artrose) doordat de stand van de heupen niet helemaal goed is.
Heupdysplasie was vroeger redelijk ernstig. Tegenwoordig is het vooral heel erg vervelend. Je kindje moet een tijdlang behandeld worden, bijvoorbeeld met een spreidbroekje. Dat lijkt heel zielig, maar in feite heeft je kindje er meestal minder last van dan jijzelf. Het is wel onhandig en bovendien vertraagd het de ontwikkeling van de motoriek van je kindje. Gelukkig heeft heupdysplasie tegenwoordig maar zelden ernstige gevolgen op de langere termijn!