Als je een baby hebt, vliegen de adviezen je om de oren. Wat de een aanraadt, is volgens de ander uit den boze. Soms word je daar als moeder wanhopig van. Want wat mag je kindje nou wel en niet? En vanaf wanneer mag de kleine eindelijk iets extra’s eten? Hoe zit het eigenlijk met papjes, fruithapjes, groentes of het toevoegen van rijstebloem? Wij geven je een praktisch overzicht, dat deels voortkomt uit gesprekken met een adviesgroep van moeders en deels uit het advies van de baby-arts van het consultatiebureau.
In het begin is melk genoeg
In principe krijgt elke baby in het begin genoeg eten. Want als er problemen zijn met borstvoeding, dan wordt flesvoeding geadviseerd en ook dat is voldoende voor een kindje. Sowieso in de eerste 10 weken is bijvoeding per definitie niet nodig. Dat geldt ook voor hongerige kindjes! Er zijn kindjes die ook na een flesvoeding nog hongerig zijn. Maar deze worden niet bijgevoed, maar ze krijgen een ander soort flesvoeding (vaak van Forte). Wanneer is bijvoeding nodig?
Vanaf ongeveer zes maanden is bijvoeding nodig
Borstvoeding zou in principe voor het hele eerste jaar van je kindje genoeg moeten zijn. Maar omdat we dat in Nederland allang niet meer gewend zijn, is de melkproductie meestal al rond zes maanden aan het teruglopen. De meeste vrouwen gaan dan ook rond zes maanden beginnen met bijvoeding in de vorm van fruithapjes etc. Dit betekent niet dat je niet eerder kunt beginnen met het geven van kleine hapjes naast de gewone borstvoeding: dit mag (in beperkte mate) al vanaf vier maanden.
Flesvoeding is geschikt voor kindjes tot zes maanden. Daarna stap je over op ‘type 2’, ofwel ‘opvolgmelk’. Deze melk is minder voedzaam en is gebaseerd op het principe dat de baby naast de fles ook andere dingetjes gaat eten. Met zes maanden zijn de maag en darmen daar ook klaar voor: een baby kan vanaf dat moment rustig wennen aan extraatjes. Kleine proefjes kun je beginnen rond vier maanden, echte bijvoeding krijgt je kindje pas vanaf zes maanden.
Uitzonderingen waardoor bijvoeding eerder nodig kan zijn
Er zijn soms redenen om al vóór de zes maanden bijvoeding te gaan geven. Dit geldt haast nooit voor flesgevoede baby’s, want die kunnen gewoon over naar een ander type flesvoeding dat beter bij de baby past. Bij borstvoeding gebeurt het vaker dat er bijvoeding nodig is. Dat gebeurt in de volgende gevallen:
- De melkproductie zakt te ver. Dit merk je vooral aan het gewicht van je baby. Er zijn hierbij wel een paar dingen waar je rekening mee moet houden:
- Hoe snel een baby klaar is met drinken zegt niets. Vanaf ongeveer vier maanden gaan veel baby’s korter, effectiever en sneller drinken.
- Hoe vol je borsten voelen telt ook niet mee. Ook hier geldt dat rond de vier maanden de borsten vaak ‘leeg’ gaan aanvoelen, terwijl de baby wel meer dan genoeg melk naar binnen werkt.
- Ken je de bekende ‘vier-maanden-dip’? Dit is een dipje in de groeicurve bij baby’s die borstvoeding krijgen. Ze lijken ineens iets minder hard te groeien. Dat zegt niets over de hoeveelheid melk, maar wel over de ontwikkeling van je kindje. Je kindje wordt alerter en wordt zich meer bewust van de omgeving, waar meer energie voor nodig is. Dat lost zichzelf binnen een paar weken weer op.
- Wanneer je baby ineens afvalt is dit wel een indicator dat er te weinig wordt gedronken. Dit kan aan de baby liggen, maar meestal is het de melkproductie die een dip vertoont.
- Als je baby heel hongerig is, nog huilt na de voeding omdat hij nog niet genoeg had of heel geïnteresseerd kijkt hoe jij eet, is het waarschijnlijk tijd voor bijvoeding.
- De baby slaapt nog niet door en je wilt dit stimuleren met behulp van wat dikkere pap in de laatste fles.
Wat geef je erbij als de baby bijvoeding nodig heeft?
Als je de pap voor de laatste voeding wilt indikken, doe je dat bij jonge baby’s het beste met johannesbroodboompitmeel. En ja, er is helaas geen kortere naam hiervoor. Dit meel is zo fijn dat het eigenlijk weinig invloed heeft op de darmpjes van de baby. Maar het maagje blijft wel wat langer vol en dat is precies het doel. Een aandachtspunt: hoewel de pap er dikker van wordt, geeft het je baby geen extra voedingsstoffen! Het telt dus niet mee als ‘extra’ wat betreft voedingswaarde.
Als je naast de borstvoeding ook bijvoeding moet gaan geven omdat je kindje niet genoeg heeft aan jouw melk, maak je flesvoeding klaar (gewoon de standaard nummer 1). Het merk Avent heeft spenen die de vorm van de borst imiteren. Wil jouw baby geen gewone speen accepteren, dan kun je deze speen proberen. Geef in eerste instantie eerst de borst en pas als je daarmee klaar bent een flesje. Doe je het andersom, dan gaat je borstvoeding nog verder teruglopen. Kijk gewoon hoeveel je baby nog uit de fles naar binnen werkt. Waarschijnlijk komt hij niet heel veel te kort, dus zal hij ook niet bijzonder veel flesvoeding lusten.
Wat doe je als de baby geen bijvoeding wil?
Als jouw baby vier maanden, of langer, alleen de borst heeft gehad is de kans groot dat hij de fles niet wil accepteren. De baby begint te huilen, te spartelen en het is een hoop gedoe om een mondje melk naar binnen te krijgen. Dat heeft geen zin: het kost jou en je baby meer energie dan het oplevert. Een goede oplossing is om wat flesvoeding te maken en die iets in te dikken met rijstebloem. Als het een dun papje is geworden, kun je het je baby voeren met een lepeltje. Het duurt wat langer, maar levert meestal heel wat minder ‘discussie’ op. Wees erop voorbereid dat je baby de eerste paar voedingen nog niet weet hoe een lepeltje werkt en waarschijnlijk heel wat voeding zijn mondje weer uit duwt. Dat komt na een aantal voedingen vanzelf goed.
Extra hapjes zoals fruit en groente
Een baby heeft pas vanaf zes maanden wat fruit en groente nodig. Maar je kunt al wel eerder beginnen met kleine hapjes laten proeven. Veel baby’s raken rond de vier maanden geïnteresseerd in andere smaken en texturen. Probeer eens de volgende dingetjes:
- Geef je baby een stuk banaan en laat hem erop sabbelen. De eerste keer weet hij niet wat hij ermee moet, maar na een paar keer vind hij het geweldig om er lekker aan te sabbelen en knabbelen.
- Geef je baby een stuk gekookte of rauwe wortel. Geef hem zo’n groot stuk dat het niet in het mondje past, zodat hij het ook niet per ongeluk kan inslikken. Het gaat vooral om likken, sabbelen en proeven.
- Heb je komkommer in huis, geef je baby dan een schijfje om aan te likken. Volgens jou proeft het nergens naar, maar voor je baby is het iets nieuws.
- Geef je baby een beetje sinaasappelsap (vers) gemengd met wat banaan. Dit geeft ook extra vezels, dus het is nog gezond ook.
- Prak een aardappel en meng er wat melk doorheen tot een dun papje. De eerste keer is de kans groot dat je baby er niet zo dol op is, maar na een poosje gaat hij de smaak wel waarderen.
Sommige baby’s eten vroeg, andere laat
Maak jij je zorgen omdat jouw baby al vroeg extra bijvoeding moet krijgen? Maak je hier niet te druk om. Elke baby heeft een eigen tempo in deze dingen. Er wordt meestal gewerkt met gemiddelden, maar er zijn natuurlijk ook uitersten. Zo zijn er ook kindjes die al vanaf vier maanden langzaam overgaan op vaste voeding, omdat ze geen speen accepteren en niet genoeg borstvoeding binnen krijgen. Zolang je baby er gezond uitziet, alert en wakker is en zich vrolijk gedraagt, kan dat best!
Andere baby’s gaan juist heel laat extra dingetjes lusten. Ze accepteren pas vanaf zes maanden een hapje banaan en beginnen pas rond negen maanden met het binnenhouden van groente-hapjes. Ook dit is geen probleem, zolang je baby er maar gezond uitziet en zich gezond gedraagt. De ene baby is koppiger dan de andere, daar is geen norm voor. Hou wel het gewicht van je kindje in de gaten: als hij afvalt zal hij wel extra voeding moeten nemen. Maar tot die tijd kun je gewoon doorgaan met oefenen, zonder er teveel druk op te leggen. Denk er ook aan dat elk kindje anders is. Net zoals de ene baby niet houdt van knuffelen en de andere baby juist niet zonder kan, zo is ook de ene baby een goede eter en lust de ander maar weinig.
Heb je vragen, problemen of heb je nog praktische tips voor andere moeders? Laat een reactie achter!