Baby´sKinderenOverige

Hoe herken je een ontwikkelingsachterstand?

Judith5096 x bekeken

In Nederland houdt het consultatiebureau in de gaten of alles goed gaat met jou en je kind. Vooral in het begin wordt er regelmatig gecheckt, later iets minder vaak. Dit is deels om jou te helpen, deels om te controleren of het kind geen problemen heeft. Zo worden heupproblemen vaak het eerst ontdekt op het consultatiebureau. Het consultatiebureau heeft ook tot taak om in de gaten te houden of de ontwikkeling van je kind goed verloopt. Een ontwikkelingsachterstand kan namelijk op jonge leeftijd vaak nog worden bijgestuurd. Hoe later een achterstand wordt ontdekt, hoe lastiger het bijsturen wordt. Maar hoe herken je eigenlijk een ontwikkelingsachterstand?

Gemiddelden in de hoofdrol

Gemiddelden spelen bij instanties als het consultatiebureau een hoofdrol. Denk bijvoorbeeld aan het lijntje voor gewicht en lengte. Er is één dikke lijn, het gemiddelde, en daaromheen zijn andere lijnen. Binnen bepaalde marges is eigenlijk alles prima. Dat geldt ook voor de ontwikkeling van je kind. Helaas is er de laatste jaren een enorme druk komen te liggen op de ontwikkeling van kinderen. Boeken als ‘Oei ik groei’ bedoelen het goed, maar zijn de oorzaak van veel twijfels bij ouders. Ouders hebben een hoge verwachting van hun kinderen, maar hebben ook steeds minder geduld als hun kleintje er wat langer over blijkt te doen.

Wat is ‘normaal’?

Een normale ontwikkeling kan enorm afwijken van het gemiddelde. Dit heeft te maken met de volgorde waarin kinderen zich ontwikkelen. Zijn ze bezig om te leren lopen, dan staat hun taalontwikkeling meestal even op een lager pitje. En zijn ze druk met het oefenen met fijne motoriek, dan zijn ze niet bezig met grove motoriek. Dit is een greep uit de ontwikkelingen en wat normaal is:

  • Omrollen: 6 maanden. Vroege baby’s beginnen rond 3 maanden, late baby’s zijn soms al 9 maanden voordat ze voor het eerst omrollen.
  • Tijgeren: 7 maanden. Vroege baby’s beginnen rond 5 maanden, late baby’s zijn soms ouder dan een jaar voordat ze beginnen met tijgeren. Sommige baby’s gaan eerst achteruit en pas later vooruit!
  • Kruipen: 7-10 maanden. Vroege baby’s kunnen rond 6 maanden al kruipen, maar late baby’s doen dit soms pas rond 14 maanden of nog wat later.
  • Zelfstandig zitten: 8-10 maanden. Sommige kleintjes beginnen al met 6 maanden, maar vaak is de rug nog niet sterk genoeg. Er zijn ook late baby’s die pas vanaf 1 jaar gaan oefenen en soms nog later. Let op: er zijn baby’s die snel leren zitten, maar dan het kruipen overslaan en gaan billenschuiven.
  • Staan: 10 maanden. Vroege baby’s kunnen dit al vanaf 7 maanden, late baby’s doen rustig aan en doen er soms 18 maanden over om te gaan staan.
  • Lopen: 12-14 maanden. Hoewel vroege baby’s dit al vanaf 8 maanden kunnen, zegt dat nog weinig over hoe goed ze later lopen. Late baby’s beginnen soms pas vanaf 18-22 maanden met een poging tot lopen.

Je ziet het: vroege baby’s doen dit soort dingen al erg vroeg, late baby’s beginnen heel laat. In sommige boeken en op veel websites wordt de ontwikkeling regelmatig met paar weken ‘vervroegd’, waardoor het lijkt alsof jouw kind eigenlijk op 6 maanden haast alles al moet kunnen. Dit is echter niet realistisch en het zegt ook niets over de verdere ontwikkeling van je kind.

Wat als je kind traag is?

We willen als ouders graag opscheppen over wat ons kind allemaal kan (Zie: Wij zijn de dupe van moederlijke trots). Maar wat als je kind traag is? Dan zit er maar één ding op: rustig afwachten. Kinderen bepalen zelf waar ze klaar voor zijn en wanneer dat punt bereikt is. Je kunt ontwikkelingen op zijn hoogst een beetje helpen door ze te stimuleren, maar meer kun je niet doen. Maar is dat nu echt zo erg? Uit onderzoek blijkt dat vroege baby’s en late baby’s geen ontwikkelingsverschil meer laten zien na de leeftijd van 5 jaar. Dus ook als jouw kindje wat later is met lopen of nog geen hele gesprekken kan voeren op zijn tweede verjaardag, komt het allemaal wel goed. Jouw kindje is waarschijnlijk bezig met andere dingen, zoals de fijne motoriek of het begrijpen van de wereld. Andere kindjes, die sneller zijn met lopen of praten, hebben vaak later extra tijd nodig voor fijne motoriek of het ontwikkelen van meer begrip van de wereld. Zo raakt alles toch weer keurig in balans.

Een ontwikkelingsachterstand

1 op de 60 kinderen heeft een milde ontwikkelingsachterstand, 1 op de 250 kinderen heeft een grote ontwikkelingsachterstand. Hier wordt pas van gesproken wanneer het kind echt enorm achterloopt en bijvoorbeeld op zijn vierde jaar nog geen poging doet om te lopen. Voor ontwikkelingsachterstanden zijn verschillende oorzaken:

  • Handicap (syndroom van Down bijvoorbeeld)
  • Slecht zicht of slecht gehoor
  • Hersenbeschadiging tijdens geboorte, door ongeval of door aangeboren afwijking
  • Lage intelligentie (IQ beneden de 70. Dit valt vaak vrij vroeg op)
  • Geen mogelijkheden om te ontwikkelen door slechte omgeving

Niet altijd kan worden ontdekt waarom een kind een achterstand krijgt. Maar als je kijkt naar de getallen, zie je wel dat de kans erg klein is dat jouw kind een achterstand heeft. Pas bij behoorlijke afwijkingen in de ontwikkeling is het nodig om te kijken of er hulp nodig is. Meestal is dit echter niet nodig, omdat kinderen toch weer bijtrekken met hun leeftijdsgenootjes.

Zijn kinderen met achterstand dom?

Mensen denken vaak dat kinderen die al heel vroeg kunnen lopen of praten veel slimmer zijn dan kinderen die later beginnen. Dat is echter een misvatting: dit blijkt heel weinig invloed te hebben. Of een kind slim of dom is wordt meestal pas ontdekt rond de leeftijd van 5-7 jaar, wanneer een kind moeilijk meekomt op school. Het is een feit dat het tempo van ontwikkeling in de baby- en peutertijd geen verband laat zien met de intelligentie. Zo kunnen heel slimme kinderen zich traag ontwikkelen terwijl domme kinderen zich snel ontwikkelen en andersom.

De ontwikkeling van je kind is belangrijk, maar we zijn hier in Nederland ver in doorgeschoten. Veel moeder worden al panisch als hun kind één of twee maanden langzamer is dan leeftijdsgenootjes. Dit levert veel stress op voor de moeder. Bovendien wordt er vaak (bewust of onbewust) druk gelegd op het kind om bepaalde dingen te kunnen. Dit is frustrerend voor het kind, dat nog niet klaar is voor die ontwikkelingen. Rustig afwachten geeft meestal betere en snellere resultaten dan een kind pushen om bepaalde dingen te doen. Overigens is het natuurlijk wel belangrijk om een kind te stimuleren en de ruimte te geven zichzelf te ontwikkelen. Is jouw kind echt erg langzaam met bepaalde dingen? Dan kun je door het consultatiebureau worden doorgestuurd naar een kinderfysiotherapeut die kan onderzoeken waarom deze dingen nog niet lukken.

 

Afbeelding afkomstig van shutterstock.com

mm
Ik ben Judith Möhlmann, tekstschrijver en trotse moeder van Esther. Of het nu gaat over zwanger zijn, babyspulletjes kopen, het inrichten van babykamers of het maken van mooie dekentjes: alles rond het zwanger zijn en babies heeft mijn interesse. Naarmate Esther groter wordt, veranderen ook de dingen waar je mee te maken krijgt. Super leuk om daar lekker over te kunnen schrijven!

Reageer