Tweetalig opvoeden is enorm populair. Het blijkt heel goed te zijn voor de taalontwikkeling van kinderen. Bovendien is het natuurlijk ook praktisch, zeker als een van de talen het Engels is. Maar hoe voed je je kind eigenlijk tweetalig op? Het is minder makkelijk dan het lijkt. Want als je er niet consequent in bent en de tweede taal er maar wat bij doet, zal het kind niet echt tweetalig worden. Dit zijn 6 tips om je kind vloeiend tweetalig op te voeden.
1. Elke taal zijn eigen plek
Vaak is het voor kinderen het gemakkelijkst als elke taal een vaste plek heeft. Bijvoorbeeld: buitenshuis wordt Nederlands gesproken maar thuis spreken we een andere taal. Dit is wat je bijvoorbeeld veel ziet bij immigranten. Het werkt doorgaans prima, want op school en andere plaatsen krijgt het kind genoeg van de tweede taal mee om ook die goed te leren spreken.
2. Elke taal zijn eigen persoon
Taal wordt door kinderen al snel verbonden aan een bepaalde plaats. Maar dat hoeft niet perse: taal kan ook gebonden zijn aan een persoon. Er is een voorbeeld bekend van een echtpaar in Parijs dat hun kinderen drietalig opvoedt: de moeder is Nederlands, de vader Engels en buitenshuis wordt Frans gesproken. En zolang elke persoon dat consequent volhoudt, is dat voor kinderen geen enkel probleem.
3. Consequent zijn is de sleutel
Meertalig opvoeden loopt vaak mis. Het gaat het vaakst mis bij het consequent zijn. Als je je kind echt tweetalig wilt opvoeden, is het nodig dat het kind genoeg in aanraking komt met beide talen. Is de tweede taal voor jullie beiden een vreemde taal, dan is het moeilijk dit consequent vol te houden. Dat zie je vooral bij ouders die beide Nederlands zijn en hun kind het Engels als tweede taal willen meegeven. Als je zelf vaak vergeet Engels te spreken of snel overschakelt, heeft het niet zo heel veel zin.
4. Talen door elkaar
Baby’s en kleine kindjes hebben er soms moeite mee de twee talen te onderscheiden. Dat is meestal helemaal geen probleem. Het kind zal de woorden kiezen die hij kent, desnoods uit beide talen door elkaar. Pas vanaf een leeftijd van 3 jaar gaat het kind beter onderscheiden dat er twee verschillende talen zijn. Hij zal pas vanaf vijf jaar echt in staat zijn om altijd de juiste taal tegen de juiste persoon te gebruiken. Maar dat leert hij vanzelf.
5. Talen na elkaar leren
Soms leren kinderen pas later een tweede taal. Bijvoorbeeld als het gezin verhuisd naar een ander land. Jonge kinderen pikken de nieuwe taal meestal heel erg snel op. Ze spreken al binnen een maand verschillende woordjes en maken (foute) zinnetjes. Oudere kinderen, vanaf ongeveer zes jaar, doen er langer over. Maar als ze dan eenmaal beginnen met het spreken van de andere taal, doen ze dat meestal meteen goed.
6. Genoeg oefening
Om een taal echt vloeiend te leren, moet je deze blijven horen. Dat betekent niet dat je alleen een boekje in het Engels voorleest of af en toe Duits spreekt. De taal moet heel erg veel gebruikt worden in de omgeving van het kind. En dus is het noodzakelijk dat je de taal consequent spreekt gedurende een heel lange periode.
Tweetalig opvoeden is een hype, maar lukt meestal niet echt in de praktijk, tenzij er een duidelijke reden voor is. Toch zijn er wel heel veel kinderen die al jong in aanraking komen met andere talen. Met name door Engels voor te lezen en Engelse filmpjes te kijken kun je taalontwikkeling stimuleren. We spreken dan echter niet van tweetalig opvoeden, omdat de tweede taal dan niet consequent gesproken wordt. Maar het helpt je kind wel om sneller een andere taal onder de knie te krijgen.
Ik zie in mijn omgeving steeds vaker dat kinderen tweetalig opgevoed worden door hun ouders en middels extra lessen. Je hebt hier later veel voordeel mee en ik probeer mijn kinderen ook te stimuleren om meer Engelse tv te kijken. Ook merk ik dat ze het leuk vinden om een nieuwe taal te leren. Wellicht vinden ze het ook leuk om een keer een cursus te volgen!