Nog voordat je kindje geboren is, krijg je de vraag of je hem of haar wilt laten vaccineren. De overheid biedt het vaccinatieprogramma gratis aan bij kinderen, om vervelende en gevaarlijke ziektes te voorkomen. Er wordt ingeënt op in totaal 12 ziektes, die vroeger een belangrijke doodsoorzaak bij kinderen waren. Natuurlijk is het verstandig om eens even wat meer informatie hierover op te zoeken, voordat je zomaar begint aan de vaccinaties. Lees hier waartegen de inentingen werken, op welke leeftijden je kind ze krijgt, of ze verplicht zijn en hoe je er het best mee kunt omgaan.
Welke inentingen op welke leeftijd?
Je kindje wordt op verschillende momenten ingeënt tegen verschillende ziektes. De meeste inentingen bestaan uit ‘cocktails’ die bestaan uit meerdere inentingen in één spuit. Je kind krijgt de meeste keren twee inentingen, maar soms is er maar één. Dit zijn de prikmomenten:
- 2 maanden: DKTP – HiB – HepB (prik 1) en Pneu (prik 2)
- 3 maanden: DKTP – HiB – HepB (prik 1)
- 4 maanden: DKTP – HiB – HepB (prik 1) en Pneu (prik 2)
- 11 maanden: DKTP – HiB – HepB (prik 1) en Pneu (prik 2)
- 14 maanden: BMR (prik 1) en MenC (prik 2)
- 4 jaar: BMR (prik 1)
- 9 jaar: BMR (prik 1) en DTP (prik 2)
- 12 jaar: HPV (prik 1) (alleen voor meisjes)
Waartegen werken de vaccinaties?
Dit zijn de betekenissen van de afkortingen:
- D – Difterie. Dit is een ernstige ziekte die onbehandeld meestal dodelijk is. De keel wordt hierbij aangetast zodat ademen en slikken moeilijk wordt. Klik hier voor meer informatie. Sinds de vaccinatie is begonnen zijn er geen kinderen meer aan de ziekte overleden, maar vaccinatie hiertegen is wel nog steeds zeer belangrijk.
- K – Kinkhoest. Kinkhoest was vroeger soms dodelijk, al was dat zeldzaam. Het is wel een heel vervelende hoest die lang duurt. Inenten kan verstandig zijn, maar zonder inenting is de kans ook bijzonder klein dat je kind het krijgt en ook ingeënte kinderen krijgen het soms. Lees hier meer over de ziekte.
- T – Tetanus. Tetanus kan worden veroorzaakt door verwondingen waar bacteriën binnenkomen. Omdat kinderen zich snel verwonden is het praktisch om dit in de standaard inentingen te doen, zodat een tetanus injectie niet meer hoeft te worden gegeven bij een diepe schaafplek of wond. Lees hier meer over tetanus.
- P – Polio. Over polio is al vrij veel bekend, omdat het weleens het nieuws haalt. Polio is een ziekte die kan leiden tot blijvende verlammingsverschijnselen en misvormingen. Het komt nu nauwelijks nog voor omdat ertegen gevaccineerd wordt, maar in delen van Nederland waar weinig gevaccineerd wordt komt het regelmatig terug. Lees hier meer over polio.
- HiB – Haemophilus influenzae B. Hib is een ziekte die meestal ernstig verloopt. Het virus veroorzaakt hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging. Hier vind je meer informatie over HiB.
- HepB – Hepatitis B. Dit is een bekende leveraandoening die vooral in derde wereldlanden nog erg veel voorkomt. Het virus kan bij kleine kinderen snel overgaan in een chronische variant waarbij schade aan de lever ontstaat. Lees hier meer over HepB.
- Pneu – Pneumokokken. Dit virus is niet voor niets erg bekend: het kan heel veel soorten ontstekingen veroorzaken die zeer ernstig kunnen zijn. Het is wel opvallend dat zo’n 80% van de mensen drager is van het virus, waarbij ze niet ziek worden. Een niet-gevaccineerd kind loopt risico hiervan ziek te worden, maar dat gebeurt lang niet altijd. En soms worden gevaccineerde kinderen alsnog ziek. Lees hier meer over Pneumokokken.
- B – Bof. De bof wordt gezien als vrij onschuldige kinderziekte. Het meest opvallend is dat kinderen die er ziek van worden vaak dikke wangen krijgen. Er kunnen complicaties zijn, maar ook deze leiden zelden tot grote problemen. Wel kan zeer zelden onvruchtbaarheid bij mannen ontstaan, maar dit is haast nooit echt een oorzaak van steriliteit. Het vaccin wordt voornamelijk gegeven om epidemieën te voorkomen. Lees hier meer over de bof.
- M – Mazelen. Mazelen is een bekende kinderziekte die gekenmerkt wordt door spikkeltjes op de huid. De ziekte verloopt meestal onschuldig, maar helaas zijn er uitzonderingen. In de regel wordt de infectie heftiger wanneer de patiënt ouder is. Hier vind je meer info over de mazelen.
- R – Rodehond. Rodehond lijkt qua huiduitslag wel enigszins op mazelen. De ziekte is echter onschuldig en vrijwel nooit dodelijk. Wel kan rodehond bij zwangere vrouwen ervoor zorgen dat de baby gehandicapt raakt (bijvoorbeeld oogproblemen of oorproblemen komen dan vaker voor). Daarom worden alle kinderen preventief ingeënt (ook jongens). Hier lees je meer over rodehond.
- MenC – Meningokokken C. Deze bacterie bevindt zich al bij zo’n 10% van de mensen in de keel- en neusholte. Het is haast altijd onschuldig, maar in sommige gevallen ontstaat er hersenvliesontsteking. Dit is de reden dat ertegen gevaccineerd wordt, want ook al is het zeldzaam, toch kan de ziekte ernstig verlopen. Lees hier meer over meningokokken C.
- HPV – Humaan papillomavirus. Dit virus staat bekend als het virus dat groeiingen en SOA’s veroorzaakt. Een bepaald type van dit virus geeft een verhoogd risico op baarmoederhalskanker. Hiertegen worden meisjes tegenwoordig gevaccineerd. Lees hier meer over HPV.
Anti-vaccinatie bewegingen
Er zijn verschillende bewegingen tegen het vaccinatieprogramma van de overheid. Je vindt online diverse websites met waarschuwingen om je kinderen vooral niet te vaccineren en bepaalde groeperingen weigeren ook om hun kinderen in te enten. Waarom is dat?
- Slechte ervaringen. Websites met waarschuwingen tegen vaccinaties zijn meestal opgericht door enkele ouders van kinderen die nare bijwerkingen hadden. Het is nuttig om deze door te nemen, maar ze zijn niet representatief. Ze geven de eenzijdige mening van ene kleine groep uitzonderingen. Bij vele duizenden kinderen gaat alles goed zonder bijwerkingen. Het is zeer zeldzaam dat er bijwerkingen zijn. Alleen de inenting met HPV is nog wel controversieel, vooral omdat die nog maar kortgeleden is ingesteld.
- Religieuze overtuiging. In de bijbelgordel zijn diverse christelijke gemeenschappen die hun kinderen weigeren in te enten. Dit heeft er vooral mee te maken dat ze dit zien als ingrijpen in de natuur. Er zijn elke paar jaar oplevingen van bepaalde ziektes in deze gebieden.
- Macrobiotische overwegingen. Macrobioten willen zo natuurlijk mogelijk leven en enten daarom hun kinderen niet in. Ze leven echter zelden in groepen en hun ongevaccineerde kinderen worden beschermd omdat er heel veel kinderen in de omgeving wel gevaccineerd zijn, waardoor de ziektekiemen niet overleven.
- Beperkt vaccineren. Eventueel kun je je kind beperkt laten vaccineren. Dit wordt helaas niet vergoed door de zorgverzekering. Maar zo kun je wel zelf kiezen tegen welke ziektes je wel of niet wilt laten vaccineren. Dit is in opkomst, omdat er steeds kritischer wordt gekeken naar het grote aantal ziektes waartegen wordt ingeënt.
Welke ziektes wel of niet?
Wil je je kind beperkt laten inenten? Dan maak je een keuze uit verschillende vaccinaties. Er is een aantal ziektes waartegen de inenting minder noodzakelijk is dan die tegen andere ziektes. Dit is de meest gemaakte keuze:
Wel: Difterie, Tetanus, Polio, HiB, HepB, Pneumokokken, Mazelen (als het kind dat nog niet heeft gehad), Meningokokken
Niet: Kinkhoest, Bof, Mazelen (als het kind dat al gehad heeft), Rodehond, HPV
Je kiest dan alleen voor vaccinaties waarbij de kans groter is dat het gevaarlijke gevolgen heeft voor je kind. Maar het blijft een moeilijke keus en het landelijk programma is nu eenmaal de gemakkelijkste en snelste optie. Overigens is vaccineren nooit verplicht, dus hoef je niet perse hiervoor te kiezen.
Of je wel of niet kiest voor vaccinaties mag je zelf weten. Het merendeel van de Nederlanders kiest hier wel voor, wat grote voordelen heeft. De meeste van deze ziektes komen nauwelijks meer voor of hebben geen ernstig verloop meer. In de tijd vóór het vaccinatieprogramma stierven er jaarlijks meer dan 400 kinderen aan dit soort ziektes. Tegenwoordig is dat gelukkig een heel stuk minder en is het echt bijzonder zeldzaam als je kind ernstig ziek wordt hiervan.