Zit jouw kind in de nee-fase? Dan weet je er al heel wat vanaf! Vooral natuurlijk dat het woordje “NEE” heel wat keren voorbij komt. Om de meest onzinnige redenen zelfs. Maar déze 10 feitjes hoort je eigenlijk nooit over de nee-fase!
1. Je kind kan extra aanhankelijk zijn
Je kind gedraagt zich af en toe als een draak. Maar peuters en kleuters raken zich ook steeds meer bewust van dat gedrag. En hoewel ze er niets aan kunnen doen, hebben ze achteraf wel vaak spijt. Ze zijn dan juist extra lief en aanhankelijk. Ze willen weer even zeker weten dat papa en mama nog wel van hen houden.
2. Je kind denkt sneller dat je boos bent
In de nee-fase kun je heel gefrustreerd raken. Dat is niet zo gek, zeker niet als je kind al de hele dag loopt te zeuren. Maar wist je dat je kind dat gevoel ook begrijpt en op zichzelf betrekt? Als jij gefrustreerd en snauwerig wordt, denk je kind al snel dat je boos op hem bent. En als dat gevoel blijft hangen is er kans dat je kind ook sneller opnieuw gaat zeuren. Waardoor jij sneller boos bent en hij sneller gaat zeuren…
3. De nee-fase is ook best leuk
De nee-fase kan vermoeiend zijn, maar ook best leuk. Je kunt er bijvoorbeeld soms best om lachen. Als jouw kind ergens gewoon uit automatisme ‘nee’ op zegt, maar toch ineens besluit het wel te willen. Of als je zo gewend bent aan ‘nee’ dat je compleet verrast bent als het antwoord ineens een keer ‘ja’ is.
4. Je kind probeert zelfstandiger te worden
De nee-fase wordt ook wel de peuterpuberteit genoemd. Niet voor niets. De puberteit is ook een fase waarin kinderen proberen zelfstandiger te worden. Maar in het geval van peuters kunnen ze zelf nog niet zoveel. Een groot deel van het gedoe en de driftbuien in de nee-fase komen gewoon omdat je peuter zich machteloos en gefrustreerd voelt.
5. Je kind houdt nog steeds van jou
Sommige kinderen willen ineens niet meer geknuffeld worden in de nee-fase. Ook dit hoort bij het zelfstandiger worden. Wees maar gerust: uiteindelijk komt dat wel weer goed. Je kind houdt nog steeds veel van jou en hoort dat andersom ook graag.
6. Als je dingen uitlegt, kunnen driftbuien voorkomen worden
Wat niemand je vertelt is dat driftbuien in de peuterpuberteit soms best voorkomen kunnen worden. Door dingen uit te leggen bijvoorbeeld. Een kind van twee of drie jaar begrijpt sommige dingen niet goed, waardoor hij onredelijk en boos kan worden. Door meer dingen uit te leggen, kunnen driftbuien voorkomen worden – al lukt dat niet altijd.
7. Het hoort er echt bij
Als jij zucht dat je peuter zo moeilijk is, krijg je een begrijpende blik en de tekst ‘het gaat vanzelf weer over’. Maar wat heb je daar nu aan? Uit onderzoek blijkt dat de nee-fase heel belangrijk is in de ontwikkeling. Het hoort er echt bij en het is zelfs belangrijk om doorheen te gaan. Dus… doorzetten!
8. Andere moeders begrijpen je beter
Je kunt de nee-fase wel proberen uit te leggen aan mensen zonder kinderen, maar echt begrijpen doen ze het niet. Terwijl andere moeders meteen weten wat je bedoelt als je weer eens uitweidt over dat hopeloze gedrag van je kind.
9. Voor sommige moeders valt het best mee
Je wordt vaak bang gemaakt met drama verhalen over de peuterpuberteit. Maar net als in de puberteit van tieners verschilt het ook bij peuters heel erg per kind. Misschien is jouw kindje wel heel rustig en merk je er niet veel van.
10. Het helpt als je erom kunt lachen
Bedenk regelmatig dat dit soort dwarse buien ook grappig kan zijn. Probeer om de grappige momenten te onthouden en erom te lachen. Het kan ook heel goed helpen om er samen met je kind over te praten en te lachen. Dat haalt de spanning van de boze momenten af en zo kunnen jullie alles beter handelen.
De nee-fase is voor de meeste mensen niet te leukste tijd in de opvoeding. Maar toch moet je ook weer niet overdrijven. Het kan best leuk zijn en de meeste tijd zal je kind zich gewoon gedragen. Alleen af en toe is er een woede-aanval of driftbui waar je doorheen moet zien te komen.