8x waarom de peutertijd zo leuk is

De peutertijd wordt meestal afgeschilderd als één groot drama. Als je ernaar vraagt krijg je soms de indruk alsof het alleen maar gedoe is. Een klein kind dat vooral ‘nee’ roept, alles zelf wil regelen en om alles een driftbui krijgt (hier lees je trouwens hoe je driftbuien kunt voorkomen). Maar toch zijn er ook flinke pluspunten aan de peutertijd. Déze 8 redenen bijvoorbeeld, waarom je toch kunt genieten van de peutertijd.

1. Liefde is onvoorwaardelijk

Baby’s hebben veel liefde nodig, maar geven nog niet zoveel terug. Bij peuters veranderd dat. Je ziet dat bijvoorbeeld als je je kind ophaalt bij de peuterspeelzaal en hij meteen enthousiast ‘mama!’ roept en je knuffelt. Deze liefde is trouwens niet alleen onvoorwaardelijk, maar ook ongeremd en spontaan.

2. Samen doen

Een peuter raakt georiënteerd op anderen. Hij kan steeds beter samen spelen met andere kinderen. Een peuter kan ook een dieproerend meeleven gaan vertonen. Zo kan hij heel lief een ander huilend kindje een kusje geven. Of een speen in de mond van een baby terugstoppen. En ook tegen jou zal je kind langzaam steeds meer begrip gaan tonen en je als mens gaan zien.

3. Hij gaat dank-je-wel en alsjeblieft zeggen

Jazeker, er komt een tijd dat hij leert dat het netjes is om alsjeblieft en dank-je-wel te zeggen. En uiteindelijk doet hij het zelfs spontaan. Dat is toch wel zo super schattig! En niet alleen jij vindt dat, iedereen vindt dat lief en keurig.

4. Ontdekken

Soms is het lastig dat je kind telkens weer blijft treuzelen. Maar vaak is het juist geweldig om te zien hoe nieuwsgierig een kind eigenlijk is. Het kan uren naar een tegel staren waar een lieveheersbeestje op zit. En als hij wil zien hoe een bloem in elkaar zit, kan hij zo prachtig gefocust zijn!

5. Kusjes geven

Er is weinig schattiger dan een peuter die je spontaan een kusje komt geven. Of die, op visite, oma om de hals vliegt. Bij een verlegen peuter kan het ook zo zijn dat alleen papa en mama een kusje krijgen. Maar andere peuters gaan zonder mankeren alle visite af. Ook die ene vrijgezelle oom die eigenlijk niet goed weet wat hij ermee aan moet.

6. Zelf spelen

Veel peuters leren om zelf te spelen. Ze kunnen zich vaak goed vermaken met kleine dingen. Het grappige is dat spelletjes vaak worden gedaan met speelgoed waar jij een beetje aan twijfelt. Een oude schoenendoos, een lelijke pop en een vieze knuffel kunnen tot prachtige spellen leiden. Terwijl dat gloednieuwe keukenset vergeten wordt.

7. Fantasiewereld

Het zelf spelen komt ook doordat peuters hun fantasie beginnen te ontdekken. Ze kunnen hele verhalen bedenken over een pop die naar de dokter moet. Veel peutermeisjes (en ook wel jongens trouwens) ontdekken hoe leuk het is om vadertje of moedertje te spelen. En het spel dat er een monster achter de bank zit is reuze spannend!

8. Praten

Een baby kan nog niet zeggen wat er aan de hand is. Dat lukt peuters al een stuk beter. Naarmate je kind groter wordt, zal hij ook meer gaan praten. Hij vertelt hele verhalen aan zijn knuffels, maar ook aan jou. En hij kan vertellen wat er is en waar het au doet. Super handig natuurlijk!

De peutertijd is niet altijd gemakkelijk. Toch is het een leuke tijd waar veel ouders met volle teugen van genieten. Je kunt langzaam steeds meer gaan doen met je kind. De speeltuin wordt interessant en ook bij de kinderboerderij kijken ze hun ogen uit. Vanaf ongeveer 2 jaar gaan kinderen steeds meer interesse tonen in de omgeving. Een super leuke fase waar je echt van kunt genieten!