Heb jij hoge verwachtingen van je kind? Hier moet je op letten
Het is normaal om trots te zijn op de prestaties van je kind. Het is bijzonder als hij voor het eerst gaat lopen, zijn eerste woordje zegt of voor het eerst letters herkent. Tegenwoordig zie je echter dat steeds meer ouders hoge verwachtingen hebben van hun kinderen. Is dat terecht? En waar moet je op letten?
1. Kijk echt naar je kind
Het is heel normaal om trots te zijn op je kind. Je vertelt het liefst aan de hele wereld wat hij al allemaal kan. Waar je op moet letten?
Kijk écht naar je kind. Probeer de verwachtingen die jij hebt opzij te zetten. Wat doet je kind nu echt? Soms denken ouders te zien dat hun kind iets bijzonders doet, terwijl dat nog niet echt zo is. Dat komt omdat verwachtingen weleens in de weg staan van realisme. Stel dat je kind een schooljaar moet blijven zitten. Veel ouders zien dat als een soort mislukking (bewust of onbewust). Maar kijk eens naar je kind: zou hij er blij van worden als hij voortdurend op een niveau moet zitten dat voor hem eigenlijk te hoog is? Je wilt doen wat voor je kind het beste is – en soms gaat dat helaas tegen jouw hoge verwachtingen in.
2. Wat voelt je kind aan?
Als jij laaiend enthousiast wordt over nieuwe prestaties, voelt je kind dat natuurlijk aan. Daar is op zich ook niets mis mee. Het is goed om je kind te laten merken dat jij hem goed vindt.
Toch moet je hiermee oppassen. Want je kind kan overmatig enthousiasme ook aanvoelen als druk om te presteren. Als je kind het gevoel krijgt ‘dat mama hem alleen leuk vindt als hij iets bijzonders kan’, kan dat ertoe leiden dat hij teveel zijn best gaat doen. Laat het dus ook merken dat je je kind goed vindt zoals hij is, al kan hij bepaalde dingen nog niet.
3. Hoeveel moeite doet je kind ervoor?
Als je kind iets presteert ben jij blij. Alle belangrijke stappen verdienen natuurlijk aandacht. Toch kan dit ook een valkuil zijn.
Kinderen zijn altijd goed in het ene en minder goed in het andere. Is jouw kind bijvoorbeeld veel bezig met zijn hoofd (lezen, puzzelen, oefenen), dan is hij waarschijnlijk op fysiek gebied wat minder sterk. Misschien heb je de neiging om vooral de sterke kanten van je kind te benadrukken. Maar het is beter om bij prestaties te kijken naar hoeveel moeite iets kost. Doet je kind dingen die eigenlijk buiten zijn comfort zone liggen, dan verdienen die meer aandacht dan iets dat hij heel gemakkelijk doet.
4. Realistische verwachtingen?
Vraag jezelf af of de verwachtingen die je van je kind hebt wel realistisch zijn. Bij de meeste ouders is dit gelukkig wel zo. Maar soms is dat best lastig, zeker als je kind anders is dan jij.
Ben jijzelf bijvoorbeeld heel slim of handig in bepaalde dingen? Dan heb je de neiging om hetzelfde te verwachten van je kind. Onthoud dat het best voor kan komen dat je kind heel anders is. Bijvoorbeeld dat beide ouders universiteit hebben gedaan, maar het kind niet verder komt dan vmbo. Of dat de ouders juist handig zijn met de handen, terwijl het kind juist slim is en gemakkelijk leert.
5. Laat je kind vooral kind zijn
Hoge verwachtingen hebben hoeft helemaal niet verkeerd te zijn. Zolang die verwachtingen maar realistisch zijn. Natuurlijk help je je kind als hij ergens moeite mee heeft. Maar onthoud het belangrijkste: laat je kind vooral lekker kind zijn.
Geef je kind dus de vrijheid die hij nodig heeft om zichzelf te ontplooien. Als dat betekent dat hij wat minder met zijn neus in de boeken zit en wat meer buiten speelt, is dat ook prima. Zolang je kind de verplichtingen van school, zoals huiswerk, gewoon doet is het niet nodig om veel extra lessen te geven. Je kind denkt dan dat het hele leven alleen maar bestaat uit leren en nog eens leren. Terwijl je kind ook heel veel kan leren van het zelf indelen van zijn tijd en het doen van dingen die hijzelf het leukst vindt.